
Duurzaamheid en ethiek
Een tijd geleden ben ik gevraagd om mee te denken in de werkgroep “omgaan met de gevolgen van klimaatverandering”. Het is misschien de werkgroep binnen DGDuurSaam dat het minst tastbaar is, en waar ik ook niet meteen een beeld bij had wat dit nu precies inhoudt. Maar mijn nieuwsgierigheid was wel gewekt en het leek me goed om een tijdje aan te haken. Juist omdat ik misschien een belangrijke tegenstem kon vertegenwoordigen in een werkgroep die qua duurzaamheid wellicht mijlenver op mij vooruitliep, en ik een meer gematigde kijk op de zaak kon geven. Ik heb niet bijster veel kennis van alle klimaatrapporten en weet niet precies wat earth overshoot day betekent (of wanneer die dag is).
Ik ben me wel bewust van de gevolgen van klimaatverandering in mijn omgeving; het natte voorjaar, de stijgende IJssel en de veranderende natuur als direct gevolg daarvan. Toch vind ik het soms nog lastig om oorzaak en gevolg direct met elkaar te verbinden. Wat ik doe is maar klein vergeleken met de grote vervuilers. Ik word somber van alle berichten over klimaatrampen ver weg en dichtbij en voel me machteloos. Volgens het CBS is tot 80% van de Nederlanders bezorgd over de impact van klimaatverandering. Ik ben dus niet alleen. Andersom is er maar een heel klein deel van de mensen in Nederland die ontkent dat de mens iets te maken heeft met klimaatverandering: minder dan 5 procent.
Ik doe dingen waarvan ik denk dat het zin heeft. Ik eet meestal vegetarisch, koop regelmatig tweedehands, ga met mijn gezin en de buren afval rapen in de buurt. Ik ben onlangs verhuisd naar een CO2-neutraal huis, repareer en hergebruik waar het kan. Natuurlijk doe ik niet alles goed. Ik consumeer teveel, zoals de meeste Nederlanders. Ik rijd een dieselauto, ga komende zomer met mijn gezin op vliegvakantie, pak soms de auto als ik ook met de fiets had gekund en er ligt weinig biologisch in mijn koelkast.

Toch geven me de kleine dingen die ik wel doe me een goed gevoel. Dat gevoel is voor mij een moreel kompas en een belangrijk instrument: het goede doen staat voor een ethiek die ik nastreef. En dat gaat verder dan alleen in mijn werk met patiënten een luisterend oor bieden of voorgaan in een viering of met rituelen. Het medisch ethische principe van niet- schaden bijvoorbeeld, pas ik ook toe op de wereld om me heen. Zoals ik aangaf, ben ik zeker geen activist of voorloper op dit thema. Ik maak me een gezonde dosis zorgen en doe wat ik kan, maar leg het soms ook naast me neer. Toch word ik me meer bewust van morele dilemma’s die ik zelf voel tijdens het werk, sinds ik ben aangesloten bij deze werkgroep. In elk geval viel het reuze mee met de klimaatactivisten in de werkgroep, en mijn gematigde houding gold eigenlijk voor iedereen, iedereen doet wat ze kan. Dilemma’s waar ik zo tegen aan loop en waar ik me meer van bewust geworden ben zijn bijvoorbeeld:
1) Moet ik nu wel of niet de gevolgen van klimaatverandering bespreken met een patiënte die hierdoor een angststoornis heeft ontwikkeld. Haar kennis op dit vlak is groter dan de mijne, maar vooral gevoed vanuit bepaald wereldbeeld dat ik niet met haar deel. Het lijkt een mijnenveld om te betreden, maar het voelt ook niet goed om het niet te bespreken.
2) Hoe kan ik het gesprek aangaan met een groep medewerkers die zich niets aantrekken van de nieuwe prullenbakken en uit weerstand hiertegen alles blijven weggooien bij het restafval? Niets zeggen voelt laf, maar ik vind de juiste woorden niet makkelijk.
3) welke verantwoordelijkheid heb ik als het gaat om kennis van klimaatverandering? Er zijn zo veel websites, meningen, conflicterende onderzoeken en moeilijk te doorgronden rapporten te vinden. Hoe weet ik nu welke kennis betrouwbaar is, welke journalisten ik moet geloven en wat ik moet volgen?
Als ik iets geleerd heb bij mijn opleiding ethiek is het wel dat het je vaak achterlaat met meer vragen dan met antwoorden. Toch denk ik dat reflecteren op dit thema helpt om je eigen morele kompas scherper te krijgen en ook beter het gesprek aan te kunnen gaan. Ik stel me voor dat dat voor ons allemaal geldt. Weerstand kunnen bieden tegen mijn eigen somberheid over het klimaat, de juiste kennis opdoen en professionele moed kan ik oefenen. Als ik dat doe, betekent het dat ik beter het gesprek aan kan gaan met patiënten en medewerkers over het omgaan met (mentale gevolgen van) klimaatverandering.